full screen background image


April: De honderddagenvogel


De gierzwaluw voelt zich thuis in onze stenen bouwselsZo ergens in april heeft hij zich vast alweer in ons land laten zien. De eerste gierzwaluw die terug is uit het zuiden. In 2015 was dat (geen grap) op 1 april. Voorheen was dat laat in april. Toen vertrok de gierzwaluw begin augustus al weer. Hij werd daarom wel de 100-dagen-vogel genoemd. Een gierzwaluw zie je altijd vliegend. Ze brengen een belangrijk deel van hun leven vliegend door. Ze jagen en eten vliegend, slapen ’s nachts surfend op hoge luchtstromen en zelfs de paring vindt in volle vlucht plaats. Een gierzwaluw zal je nooit op de grond aantreffen. Zitten op de grond en omhoog vliegen zoals de eerste de beste mus met gemak doet, dat krijgt een gierzwaluw niet voor elkaar. Wel hebben ze bijzonder sterke klauwen en kunnen ze zich aan het kleinste randje vasthouden. Dat komt goed uit op de plekken waar ze van oorsprong leven. In vervlogen tijden, toen mensen nog geen stenen bouwwerken bouwden, leefden gierzwaluwen enkel in het hooggebergte.

In nauwe rotsspleten konden gierzwaluwen hun kroost veilig voor roofdieren grootbrengen. In onze hoek van Europa hadden ze daarom nooit veel te zoeken. Onze bouwlust veranderde dat. Flatgebouwen zijn dan wel niet zo hoog als bergen, voor de gierzwaluw zijn ze perfect als broedplaats. Een kleine opening tussen dakpannen of in de spouw is al voldoende om binnen te dringen en een nest te bouwen. Onze gebouwde omgeving heeft voor de vogel nog een voordeel. Gierzwaluwen leven van insecten. Die vangen ze in volle vlucht. Als ze jagen gebeurt dat met wijdgeopende snavels. Als een soort vliegende stofzuigers suizen ze door de lucht op plekken waar veel insecten zijn. In de zomer is dat op plekken waar opgewarmde lucht omhoog stijgt. In mijn eigen wijk in Groningen, Lewenborg, kan je dat op een warme zomeravond goed zien bij het winkelcentrum. Zien en horen. Hun naam ontlenen gierzwaluwen aan het geluid dat zij maken wanneer zij met hoge snelheid langs rotswanden of in dit geval flatgevels vliegen. Daarbij halen zij snelheden tot wel 200 kilometer per uur. Daarbij weerkaatsen hun schrille kreten tegen de wanden. Het lijkt er op dat hun geluiden hen helpen om niet in botsing met de muren te komen. 

Als ik over het plein bij het winkelcentrum loop en gierzwaluwen hoor, geeft mij dat een vakantiegevoel. Een ‘zwoele zomer’ gevoel. Even is het alsof de Méditerranée naar Lewenborg is gekomen. In gedachten zit ik op een terrasje ergens niet ver van de Alpen en geniet van het einde van een fraaie zomerdag. Lang duurt dat gevoel nooit. Lewenborg is toch wat anders dan zeg Aix-en-Provence. Onze zomer duurt ook niet zo lang als die in de Provence. Maar als eerst de oude vogels en later ook jonge eerstejaarsvogels terug zijn gevlogen naar hun winteroorden, als hun gegier niet meer klinkt in straten en op pleinen, heb ik altijd een beetje last van heimwee. Wanneer deze zomergasten zijn vertrokken is dat voor mij het teken dat er weer een zomer is vervlogen.



sesame - Nooitgedacht * 06 24879686 * peter@sesametree.nl